Er was eens een Assyrische koning wiens bibliotheek alle kennis van de wereld beneden en de hemel boven bevatte. Dat hij de inhoud van zijn bibliotheek nooit had gelezen deed natuurlijk niets af aan zijn onovertroffen wijsheid. Hij kon immers, mocht hij het elfde boek van Gilgamesj willen horen, het verslag van zijn laatste overwinning, of de betekenis van de stand van de sterren, op elk moment (morgen bijvoorbeeld) een dienaar eropuit sturen om het desbetreffende kleitablet op te halen en voor te dragen. Vanavond bekeek hij liever de zonsondergang boven Nineveh, en morgen zou hij doen wat het ook is dat koningen doen met hun tijd, zonder aan nieuwsgierige lezers een verantwoording af te hoeven leggen.